troglodytarum
troglodytárum, - 2e nv. mv. van Lat. troglodўta, transcr. van Gr. trôglodŭtês [van trôglê, hol (znw.); duesthai, ergens in kruipen], de in holen kruipende, in holen wonende, holbewoner, Troglodiet: der holbewoners, der Troglodieten. - De Troglodieten waren een in het tegenwoordige Abyssinië in holen wonend volk. - Troglodўtes is ook de weten...