trochee
trochee - Zelfstandignaamwoord 1. (taalkunde) (letterkunde) een versvoet bestaande uit een beklemtoonde lettergreep gevolgd door een onbeklemtoonde
Wiktionary (2019)
trochee - Zelfstandignaamwoord 1. (taalkunde) (letterkunde) een versvoet bestaande uit een beklemtoonde lettergreep gevolgd door een onbeklemtoonde
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
drs. L.A. Beeloo (1981)
trocheüs, een versmaat bestaande uit één beklemtoonde lettergreep, gevolgd door één onbeklemtoonde. B.v. „Heilig, heilig, driemaal heilig” (Vondel).
M. J. Koenen's (1937)
m. trocheeën; Gr.-Lat. trochaeus, m. trochaeï; metriek: tweedelige maat: een betoonde (lange), gevolgd door een onbetoonde (korte) lettergreep), b.v.: Sikkels ⎸blinken.
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
(Lat. trochaeus, (Gr. trechein = loopen) (philol.), ook choréus genoemd, versvoet van het schema —◡, na de ➝ jambe in Ned. poëzie wel het meest gebruikt.
Jozef Verschueren (1930)
(‘che) v. (-ën) voetmaat bestaande uit een betoonde en een daarop volgende onbetoonde lettergreep : “klõkkĕn klĩnkĕn” zijn -ën.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: