Wat is de betekenis van trickle?

2025-07-28
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

trickle

I. druppelen, sijpelen, vloeien, rollen, biggelen; the news trickled into the camp, lekte uit in het kamp; trickle out, wegdruppelen, uitlekken; II. doen druppelen; III. 't druppelen; stroompje, straaltje.