Wat is de betekenis van Treurwilg?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Treurwilg

m. (-en), soort van wilgeboom (Salix babylonica), met neerhangende dunne takken, inz. op begraafplaatsen geplant; — (oneig., scherts.) slap neerhangende, verflenste bloem of plant.

2025-07-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

treurwilg

(1922) (sch.) droevig persoon. De Canadese folksinger Leonard Cohen werd in de Nederlandse pers wel eens bestempeld als treurwilg vanwege zijn melancholische liedjes. De term wordt vaak ook gebruikt voor een sloom iemand. Ook in samenstellingen zoals treurwilgsmoel. • Soo'n lafsielige rolluik... Wat 'n treurwilg... wat 'n saggerijn!... schold...

2025-07-28
Jargon & Slang van Muzikanten

Marc De Coster (2017)

Treurwilg

Treurwilg - zanger van droefgeestige liedjes. Inmiddels heeft hij (Leonard Cohen) 50 jaar treurwilgschap achter de rug en een nieuwe elpee in de winkels: Various Positions. - Humo 1985 12-inch (Eng.) een plaat op elpeegrootte met slechts één (zelden twee) nummer(s) aan elke kant. Op 45 toeren i.p.v. 33 toeren, bevat een vaak langere versie (7 min...

2025-07-28
Funerair Lexicon

H.L.Kok (2002)

Treurwilg

Latijn: Salix viminalis. Het symbool van rouw en verdriet. De neerhangende takken symboliseren de tranenstroom die in de aarde verdwijnt. Voor de Germanen was de wilg het symbool van de dood. In de onderwereld waren uitgestrekte wilgenbossen. In Hamlet van William Shakespeare verdrinkt Ophelia daar waar het grijze lover van een wilgenboom zich in h...

2025-07-28
Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Treurwilg

Treurwilg - droefgeestig, chagrijnig persoon. Inmiddels heeft hij (Leonard Cohen) 50 jaar treurwilgschap achter de rug en een nieuwe elpee in de winkels: ‘Various Positions’. Humo, 17-01-83 Ik vraag hem wie het treurwilgje was dat hij bij zich had. Joost Zwagerman: Gimmick!, 1989 Al vele jaren doet men het voorkomen alsof Hammill...

2025-07-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Treurwilg

s., treurwylch, -beam.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

treurwilg

m. -en; sierwilg met neerhangende takken: de treurwilg op kerkhoven.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

treurwilg

m. (-en) uit Indië afkomstige wilg met hangende takken (Salix babylonica) : -en vindt men op begraafplaatsen.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Treurwilg

m. (-en), variëteit van de wilgeboom, met neerhangende dunne takken; (scherts.) slap neerhangende, verflenste bloem of plant.