Wat is de betekenis van Tres faciunt collegium?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Tres faciunt collegium

(Lat.), drie personen vormen een lichaam (dat uitspraken kan doen enz.) (Digesta 50, 16, 85). Naam van een Utrechts Studentengezelschap.

2025-07-28
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Tres faciunt collegium

(Lat.), drie vormen een college, zijn bevoegd uitspraak te doen.

2025-07-28
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

tres faciunt collegium

(Lat.) drie vormen een college, drie kunnen uitspraak doen, de derde man brengt de spraak an; naam v. e. Utrechts studentengezelschap.

2025-07-28
gevleugelde woorden

J.H. de Ruijter (1940)

Tres faciunt collegium

Drie personen vormen een gezelschap. DIGESTA LXXXVII De verborum significatione 50, 16.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

Tres faciunt collegium

Lat. drie (personen) vormen een college, d.i. gezelschap; drie kunnen een uitspraak doen, zijn bevoegd.

2025-07-28
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Tres fáciunt collégium

(Lat.) = Drie (personen) vormen een gezelschap. Rechtsregel van Neratius Priscus (ca. 100 n. Chr.) vlg. Digesta, 85,50,16. Aangenomen als grondslag voor een juridischen persoon, enz., ook als gezelligheids-„regel”. C. Brouwer.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

tres faciunt collegium

(tres 'fa:siunt kol’le:gium) [Lat. drie maken een kollege uit] drie zijn bevoegd, kunnen uitspraak doen.

2025-07-28
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Tres faciunt collegium

Tres faciunt collegium - (Lat.), drie vormen een gezelschap, d. w. z. er zijn minstens drie personen noodig om een vereeniging te vormen; oorspronkelijk een aan de Digesta ontleende rechtsspreuk, 87, „de verborum significatione” 50, 16.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Tres faciunt collegium

(lat.) drie vormen een gezelschap, d. w. z. er zijn minstens drie personen noodig om een vereeniging te vormen; oorspronkelijk een aan de Digesten ontleende rechtsspreuk.