Trekorgel
m. (-s), (Zuidn.) harmonica.
Marc De Coster (2020-2025)
(1914-1918) (Vlaanderen, sold.) zie citaat. Woordspeling met 'trekken' (tochten). • Trekorgel. Vl. (accordeon of harmonika) voor een houten barak vol reten en kieren waar het erg tochtte. (Tony R. De Bruyne: Soldatentaal 1914-1918. 1994)
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Peter Bakema (2003)
(het, -s) trekharmonica. Rondom hem delen militanten ijsjes uit en een muzikaal aangelegde vakbondsman bespeelt een trekorgel om er de sfeer in te houden. - HN, 10-05-2001.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: