Wat is de betekenis van treitertippelaar?

2025-07-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

treitertippelaar

(1906) (Barg.) brooddief. Kijk ook onder treiter*. • (Köster Henke: De boeventaal. 1906) • Want je heb' er van alles onder, tegenwoordig, onder die groentjes, - hoef ik de heeren niet te vertellen. 's Morgens, als ze van de bootjes komen, is 't of 't allemaal treiter-tippelaars bennen; broodjes uit de wagens voor d'r ontbijt... (M.J...

2025-07-28
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

Gerelateerde zoekopdrachten