Wat is de betekenis van través?

2025-07-25
Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

través

m. dwarste, schuinte, schuine richting; tegenspoed, ongeluk; dwarsbalk, stutbalk; a través, (dwars) door…, doorheen; dar al través, stranden, vergaan; struikelen, vallen; de través, dwars, in dwarse richting; mirar de través, loens-, scheel kijken.