Wat is de betekenis van Traven?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Traven

(traafde, heeft getraafd), (zeew.) stouwen, inpersen (van wolzakken); duiveljagen.

2025-07-28
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Traven

stouwen

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

traven

traafde, heeft getraafd; (Portug. travar = samenvoegen): scheepst. tussen de lading instuwen, stouwen.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

traven

(traafde, heeft getraafd) [Port. travar, samenvoegen] Scheepst. wolzakken instuwen In de schepen, stouwen, duiveljagen.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Traven

B. Duits schrijver, *3.5.1892 (?), ♱26.3. 1969 Mexico-Stad. Volgens R.Robinson en W. Wyatt, programmamakers van de BBC, werd Traven geboren te Swiebodzin (Polen, destijds Duits gebied) als Hermann Albert Otto Maximillian Feige, zoon van een steenbakker. Tussen 1907—15 was hij acteur in Duitsland en tijdens de Eerste Wereldoorlog gaf hij onder...

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Traven

Traven - (traafde, heeft getraafd), (zeew.) stouwen, duiveljagen, inpersen (van wolzakken in de schepen).

2025-07-28
Beknopt kunstwoordenboek

I.M. Calisch (1864)

traven

traven - bw. gel., (zeew.) stouwen, duiveljagen, inpersen (van wolzakken in de schepen)

2025-07-28
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Traven

Traven, bw. gel. (ik traafde, heb getraafd), (zeew.) stouwen, duiveljagen, inpersen van (wolzakken in de schepen).

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Traven

b.w. - Een soort van stouwen. Zie duiveljagen.