Wat is de betekenis van trapezium?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Trapezium

(Lat.), o. (-s, ...zia), 1.(meetk.) vierhoek waarvan twee zijden evenwijdig lopen; de benen van een trapezium, de niet-evenwijdige overstaande zijden; men spreekt van gelijkbenige, ongelijkbenige en rechthoekige trapeziums, al naar de hoeken aan de benen gelijk, ongelijk of recht zijn; 2. hangrek, trapeze.

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

trapezium

trapezium - Zelfstandignaamwoord 1. (meetkunde) een vierhoek waarvan twee zijden evenwijdig lopen Verwante begrippen parallellogram

2025-07-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

trapezium

trapezium - zelfstandig naamwoord uitspraak: tra-pe-zi-um 1. vierhoek waarvan twee zijden evenwijdig zijn en twee niet ♢ dit trapezium lijkt op een afgeplatte berg 1. gelijkbenig trapezium [met twe...

2025-07-28
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Trapezium

[modern Lat., van Gr. trapezion = tafeltje, van trapeza = tafel] een vierhoek waarvan twee zijden evenwijdig zijn en de andere twee zijden niet.

2025-07-28
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Trapezium

vierhoek waarvan slechts twee zijden evenwijdig lopen

2025-07-28
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

trapezium

in de wiskunde: vlakke figuur begrensd door vier lijnstukken, waarvan er twee evenwijdig zijn.

2025-07-28
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Trapezium

vierhoek met twee evenwijdige zijden; hangrek

2025-07-28
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Trapezium

os —, multangulum majus, zie aldaar.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

trapezium

trapezium.