translucens
translúcens, - van Lat. translūcēre (van trans, door; lūcēre, lichten, helder zijn), doorschijnend zijn: doorschijnend.
Dr. C. A. Backer (1936)
translúcens, - van Lat. translūcēre (van trans, door; lūcēre, lichten, helder zijn), doorschijnend zijn: doorschijnend.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: