Wat is de betekenis van Tracer?

2025-07-24
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

tracer

(zelfstandig naamwoord) [alg.] volger, volgsein, pieper - Er is een toep voor je telefoon die werkt als een volger van bijvoorbeeld je man. Kun je zien of hij werkelijk op zijn 'werk' was. [med.] merkstof, indicator - Door de merkstof of indicator kan op het MRI-resultaat worden afgelezen of het orgaan is aangestast.

2025-07-24
Marc De Coster

Marc de Coster (2007)

Tracer

(Eng. = opspoorder) radioïsotoop die door zijn herkenbaarheid gebruikt kan worden voor diagnostische doeleinden. Men kan er de herkomst van een bepaalde stof of de werking ervan in een bepaald proces (bijv. spijsvertering) mee nagaan. Tracer is ook de naam voor een licht radioactieve vloeistof die in de bloedbaan geïnjecteerd wordt en zo aangeeft w...

2025-07-24
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Tracer

[Eng., van to trace = ook: aantonen; van een merk voorzien; via Fr. tracer, zie tracé] een isotoop (z.a.) die herkenbaar is doordat hij radioactief is of doordat hij in gewicht verschilt van de andere atomen van een bep. chemisch element; kan gebruikt worden om de gang van die stof in een of a...

2025-07-24
Encyclopedie van het milieu

Oosthoek (1984)

tracer

stof (verbinding of element), die tijdens een fysisch of chemisch proces wordt toegevoegd en die de eigenschap heeft dat gedurende de gehele procesgang de aanwezigheid ervan aantoonbaar blijft. Op deze wijze kan het verloop van het proces gevolgd worden. Veel gebruikte tracers zijn kleurstoffen en radioactieve stoffen. Voor het volgen van stromings...

2025-07-24
Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

tracer

(Eng. opspoorder), radioactief isotoop, ingebouwd in chemische verbindingen. Er kan mee worden nagegaan wat er met de betreffende stof gebeurt bij omzettingen en transport in het organisme, door de radioactiviteit te meten.

2025-07-24
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Tracer

I. schetsen, ontwerpen; tekenen, trekken [lijnen], (neer)schrijven; traceren, afbakenen; voorschrijven, aangeven, uitstippelen; beschrijven, schilderen, aftekenen; II. kruipen.

2025-07-24
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

tracer

1. opspoorder; naspeurder; 2. spoorkogel, -granaat (ook: tracer bullet; tracer shell); 3. spoorvormer [radioactief element].

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Tracer

[Eng., naspeurder, opspoorder], m. (-s), 1. een (meestal radioactief) isotoop die, ingebouwd in chemische verbindingen op de plaats van het gebruikelijke isotoop, het mogelijk maakt het lot van deze verbindingen bij omzettingen en transport te volgen; 2. oproepapparaat voor personen in grote gebouwen. Met tracers gelabelde verbindingen worden teg...