Wat is de betekenis van Traanoog?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Traanoog

o. (...ogen), tranend oog (als ziekelijke aandoening).

2025-07-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

traanoog

oog vol trane, waterige oog; iem. met sulke oë, getraan, tranende oë hê.

2025-07-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Traanoog

s.n., trieneach (it).

2025-07-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

traanoog

o. -ogen; oog met tranen; ziekte: tranend oog.

2025-07-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

traanoog

o. (...ogen) 1. Algm. oog met tranen. 2. Inz. tranend oog als ziekte.

2025-07-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Traanoog

o. (-ogen), tranend oog (als ziekelijke aandoening).

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Traanoog

Traanoog - o. (-en), oog met tranen; tranend oog (ziekelijke aandoening).

2025-07-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-26
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)