Wat is de betekenis van Touwtjen?

2025-07-24
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Touwtjen

z.n.o. - Dun Touw, als marling, enz. Spreekwijze: Hij heeft het touw aan zijn been (hy zit er aan vast). Men moet het touw wat vieren (men moet iets toegeven). Trek niet aan dat touw (roer die zaak niet aan).

Gerelateerde zoekopdrachten