Wat is de betekenis van torso?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Torso

(It.), o. en m. (-’s), 1. romp van een beeld; beeld dat alleen uit een romp zonder hoofd en met boven knie en elleboog afgesneden benen en armen bestaat; (bij uitbr.) romp in het alg. (dan ook wel tors): een gespierde tors; 2. (fig.) onvoltooid werk.

2025-07-26
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

torso

Het begrip torso heeft 2 verschillende betekenissen: 1) tors. bovenste deel van de romp, vooral de borst, schouders en rug; bovenlichaam; tors. 2) romp van een beeld. romp van een beeld waarvan de ledematen en meestal ook het hoofd ontbreken of zijn weggelaten; ook: de romp van een beeld afzonderlijk beschouwd; tors.

2025-07-26
Lexicon voor de kunstvakken

Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)

torso

Een torso is een 3-dim beeld (2) van een mens dat alleen uit de romp bestaat, zonder hoofd, armen en benen.

2025-07-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Torso

(tors) bovenlijf; beeld zonder ledematen; onvolledig werkstuk

2025-07-26
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

torso

tors, eigenlijk staak of stomp. Een tors noemt men in de beeldhouwkunst een beeld dat geen kop en geen ledematen heeft. Een torso kan doelbewust als „onvoltooid werkstuk”, als „romp” zijn vervaardigd, maar het kan ook zijn dat een beeld in de loop der tijden zodanig is beschadigd, dat alleen de tors is overgebleven.

2025-07-26
Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

torso

(L., = boomstomp), in de biologie een model van de menselijke romp.

2025-07-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

torso

sien tors.

2025-07-26
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

torso

torso, romp [v. standbeeld].

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-26
Woordenboek Italiaans (IT-NL)

A. Lankhout en J.E. Bas Backer (1951)

torso

romp; koolstronk; klokhuis.