Wat is de betekenis van tors?

2025-07-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

tors

Het begrip tors heeft 2 verschillende betekenissen: 1) torso. bovenste deel van de romp, vooral de borst, schouders en rug; bovenlichaam; torso. 2) romp van een beeld. romp van een beeld waarvan de ledematen en meestal ook het hoofd ontbreken of zijn weggelaten; ook: de romp van een beeld afzonderlijk beschouwd; torso.

2025-07-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

tors

romp, bolyf; getors, swaar dra.

2025-07-29
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Tors

I. gedraaid; getwijnd; verdraaid, scheef; jambes torses, kromme benen; II. draaiing; ’t twijnen.

2025-07-29
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Tors

(Ital. torso, romp), beeld zonder hoofd of ledematen.

2025-07-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

tors

v. -en; (Fr. torse): romp, bovenlijf; verminkt beeld zonder hoofd, armen of benen.

2025-07-29
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Tors

of torso, een beeldhouwwerk, waaraan armen of beenen of hoofd ontbreken, doordat die deelen tengevolge van ouderdom of geweldpleging zijn verwijderd. In moderne kunst worden dergelijke figuren ook wel opzettelijk aldus uitgevoerd.

2025-07-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

tors

m. (-en) [Fr.] 1. bovenlijf, romp. 2. Uitbr. verminkt beeld zonder hoofd of ledematen.

2025-07-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Tors

m. (-en), 1. torso, beeld zonder hoofd, armen of benen; 2. bovenlichaam, romp.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Tors

Tors - v. (-en), TORSO, v. (-’s), bovenlijf, romp ; verminkt beeld (zonder armen of beenen).