Wat is de betekenis van Tomber?

2025-07-28
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Tomber

I. vallen; af-, neervallen, neei storten, uitvallen, wegvallen; om-, inéénvallen; af-, neerhangen; fig. achteruitgaan; dalen; zwakker worden, afnemen, verflauwen; ophouden; verdwijnen; verzeild raken; cette calomnie tombera, dat praatje zal vanzelf wel ophouden; la conversation tombait, ’t gesprek vlotte niet meer; sa fête...

Gerelateerde zoekopdrachten