Wat is de betekenis van Toevalligerwijs, toevalligerwijze?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Toevalligerwijs, toevalligerwijze

bw., bij toeval: hij deed of hij toevalligerwijs in de stad moest zijn.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)