Wat is de betekenis van Toebehoorte?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Toebehoorte

o. (-n), (Zuidn.) wat tot of bij iets behoort; toebehoren (II.): verkoping van een huis met toebehoorten.

2025-07-28
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

toebehoorte

Toebehoren; m. betr. t. wat bij fietsen, auto’s enz. hoort, bep.: onderdelen, accessoires; m. betr. t. onroerend goed, in de vakt. ook: aanhorigheden. Bad - lavabo - wc - voetbad kompleet met kranen, ronde spiegel en toebehoorten, Westkust 26/8/1976, p. 7. Een woonhuis met toebehoorten en grond, gelegen aan de Grote Baan, Limburg...

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

toebehoorte

o. toebehoorten (Z.-N. toebehoren 2).

Gerelateerde zoekopdrachten