Tjotter
v. (-s), platboomd vaartuig, zonder dek en vaste roef, op een boeier gelijkende, doch kleiner.
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (-s), platboomd vaartuig, zonder dek en vaste roef, op een boeier gelijkende, doch kleiner.
Meindert Schroor PhH (2016)
1. Klein zeilschip als vissers- of pleziervaartuig. Verschijnt voor het eerst in 1847 in een wedstrijdlijst in Amsterdam. Pas in 1878 kan in de literatuur een afbeelding van een tjotter met de typevermelding worden aangewezen. 2. De tjotter is een rond jacht. Het scheepje is ca. 3,5 tot ca. 5 m. lang. Meestal heeft het geen berghout, maar een metal...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Kramer en de Bruin (1971)
Tjotter - rond scheepje dat omstreeks 1900 in Friesland algemene bekendheid kreeg. Oorspronkelijk voor visserij en vrachtvervoer bestemd, werden er al vroeg tjotters voor pleziervaart gebouwd. De spantvorm is soms gepiekt (S-vormig), De meest voorkomende maat is 4,80 x 2,50 m. Er worden nog regelmatig nieuwe houten tjotters gebouwd. Ze zijn voorzie...
Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)
Alleen in Nederland voorkomend pleziervaartuig met ongestaagde mast en zelfde tuigage als boeier. Lijkt op een Fr. jacht in het klein. De T. komt in diverse afmetingen voor, is soms bijna rond; bezit geen berghouten, maar wel een typisch breed roer, op de klik waarvan een ‘pauwekop’ is ingesneden. Grootste lengte 4,7, grootste breedte i...
Winkler Prins (1949)
rond en platbodemd zeiljacht van geringe diepgang en daardoor bijz. geschikt voor de binnenwateren; kleiner dan de boeier, geen kajuit.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: