Wat is de betekenis van Tisjebof?

2025-07-28
Woordenboekje Nederlandse Jiddisch

H. Beem (1975)

Tisjebof

9 Aaw, vastendag, die herinnert aan de verwoesting van Jeruzalem en de tempel; Hebreeuws tiesj’a be-aw; idem; ook spottend, van iemand, die lang en lelijk is; (deze vastendag valt midden in de zomer en is de langste van alle).

Gerelateerde zoekopdrachten