tippelant(e)
1) (1949) (Barg.) straatprostituée; hoerenloper. Ook: iemand die overal intuint. • Tippelante, snol. (Maurits Dekker: Amsterdam bij gaslicht. 1949. Woordenlijst achteraan) • Wat de burgemeester ook nog vernam, is dat men om 'tippelante' te zijn weliswaar niet aangesloten hoeft te zijn bij een vakvereniging, maar toch moet beschikk...