Wat is de betekenis van tinkle?

2025-07-25
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

tinkle

I. rinkelen, klinken, tingelen, tjingelen; II. doen of laten rinkelen; tokkelen (op); rammelen op [een piano]; III. gerinkel, getingel, getjingel.