Wat is de betekenis van Timiditeit?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Timiditeit

(<Fr.), v., schroom, verlegenheid.

2025-07-24
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Timiditeit

[Lat. timiditas] beschroomdheid, bedeesdheid.

2025-07-24
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Timiditeit

verlegenheid

2025-07-24
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

timiditeit

beskroomdheid.

2025-07-24
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Timiditeit

bedeesdheid, schuchterheid.

2025-07-24
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

timiditeit

v. verlegenheid, bedeesdheid, beschroomdheid, schroomvalligheid, schuchterheid, bloheid.

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

timiditeit

v. (Fr. [Lat. timiditas]: bedeesdheid, bleuheid).

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

timiditeit

(’teit) v. beschroomdheid, verlegenheid, schuchterheid, bleuheid.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Timiditeit

v., schroom, verlegenheid.