timeren
(1996) (jeugd) rondhangen. • Steeds meer Hollandse jongeren gebruiken het van oorsprong Surinaamse 'timeren' (wachten, stoppen), uitgesproken als 'tijmeren', in de betekenis van rondhangen, ergens zijn, ergens naar toe gaan om te zijn. (Jan Kuitenbrouwer: Hedenlands. Klein lexicon van het gaande en komende taaljaar. 1996)