Wat is de betekenis van Tik (geluid, lokroep)?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Tik (geluid, lokroep)

tw., 1. nabootsing van een kort, licht geluid, liet geluid van een lichte slag: tik! tik! zei de klok; 2. (Zuidn.) lokroep waarmee men de kippen roept.