Wat is de betekenis van thunder?

2025-07-25
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

thunder

I. donder; (ban)bliksem; donderend geweld, gedonder; what the thunder (what in thunder) brought you here!, wel alle donders hoe kom jij hier?; II. donderen, fulmineren; III. met donderend geweld doen weerklinken, er uit slingeren (ook: thunder out).