Thuja
v. C-’s), soort van naaldboom; levensboom (Thyja).
Meertens Instituut (2020)
Plantnaam, de arbor vitae, 'levensboom'. Van Gri. thuia, een Afrikaanse boom, waarvan het welriekend hout voor offerdoeleinden werd gebruikt (de naam houdt verband met thuein 'brandofferen').
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Dr. C. A. Backer (1936)
Thuja L. [C. Linnaeus], - Lat. transcr. van den ouden Gr. plantennaam thuĭa, waarmede een Noordafrik. boom met geurig hout werd aangeduid.
Dr. Johannes van der Schaar (1964)
v Plantnaam, de arbor vitae, 'levensboom'. Van Gri. thuia, een Afr. boom, waarvan het welriekend hout voor offerdoeleinden werd gebruikt (de naam houdt verband met thuein 'brandofferen'). In Ndl. als voornaam aangetroffen.
Veerman (1954)
fam. Cupressaceae, levensboom, is een schubconifeer, waarvan de kegelschubben aan de voet zijn ingeplant en slechts 2-3 zaden bezitten. Zeer algemeen komt voor T.occidentalis L. uit N. Am., een eigenaardig riekende boom of struik, die in talloos vele vormen wordt gekweekt. Verder T.plicata D. DON (T.gigantea NUTT.) eveneens uit N. Am., T.orientalis...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: