Wat is de betekenis van thuisoverwinning?

2025-07-24
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

thuisoverwinning

overwinning van de thuisspelende club. overwinnning die op het eigen veld of in de eigen sporthal wordt behaald; overwinning van de thuisspelende club; overwinning in een thuiswedstijd; thuiszege. Vaak voorafgegaan door een telwoord of een kenmerkend bijvoeglijk naamwoord. Voorbeelden: Tegen Kozakken Boys leek NSC afgelopen za...