Wat is de betekenis van thuisnederlaag?

2025-07-27
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

thuisnederlaag

nederlaag van de thuisspelende club. nederlaag die op het eigen veld of in de eigen sporthal wordt geleden; nederlaag van de thuisspelende club; nederlaag in een thuiswedstijd. Vaak voorafgegaan door een telwoord of kenmerkend bijvoeglijk naamwoord. Voorbeelden: Girondins Bordeaux verloor zaterdagavond voor eigen publiek met p...

Gerelateerde zoekopdrachten