Wat is de betekenis van thuisloos?

2025-07-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

thuisloos

thuisloos - Bijvoeglijk naamwoord 1. zonder vaste woon- of verblijfplaats Na de scheiding was de alcoholist thuisloos. Hij stond wel ingeschreven bij zijn moeder waar hij vaak overnachtte maar niet echt woonde. Woordherkomst afgeleid van thuis met het achtervoegsel -loos

2025-07-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)