Wat is de betekenis van thuishoort?

2025-07-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

thuishoort

thuishoort - Werkwoord 1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van thuishoren ♢... dat jij thuishoort\n2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van thuishoren ♢... dat hij thuishoort

Gerelateerde zoekopdrachten