Wat is de betekenis van THOR?

(Germ. myth.) de dondergod.

Thor - Eigennaam 1. (mannelijke naam) jongensnaam

andere naam voor Donar, de Germaanse god van de donder.

(sc) De dondergod, god van vruchtbaarheid, patroon van de zeelieden. Donar (germ).

Een der voornaamste goden, god van de donder, identiek met de Germaanse Donar. Hij is de sterke held, de verdediger van goden en mensen tegen de machten van het kwaad. De gordel Megingjard gaf hem dubbele kracht, en met zijn hamer Mjölner verpletterde hij zijn tegenstanders. Zijn echtgenote is Sif, zijn dienaar Thialf. Hij werd afschrikwekkend...

de Oudgermaanse dondergod.

(Noorse myth.), de god van de donder, van weer en wind (bij de Duitsers Donar). Bezit ontzaglijke kracht en strijdt bij voorkeur tegen daemonische machten en reuzen. Zijn wapen is een hamer, de Mjöllair („verpletteraar”), zijn woning Thrudheim of Thrudvang („Krachtwoning”).

m. Noorse dondergod; hij de Germanen Donar. thora. v. Joodse wetrol.

is de naam van een der Oudnoorse hoofdgoden, beantwoordend aan de Donar der West-Germanen. Hij is het toonbeeld van mannelijke kracht, wordt voorgesteld met rode baard en voert een hamer als wapen. Zijn woning heet Bilskirnir, Thrudheimr of Thrudvangr. Hij heeft verschillende bijnamen, waaronder van belang is Véorr, daar dit woord samenhangt...