theegeld
(1920) (ton.) séjour; extra toelage voor elke voorstelling buiten de grote steden. • Wij, in Rotterdam ontvangen nooit thee-geld. (Nieuwe Rotterdamsche Courant, 06/01/1920) • Wij waren geen potters en we spaarden niet van ons theegeld (ƒ 1) of van onze séjours als we op reis waren (ƒ 6). (De Telegraaf, 03/07/1954...