Tetten
(tette, heeft getet), (gew., Zuidn.) aan de tet zuigen, aan de borst liggen.
Marc De Coster (2020-2025)
(18e eeuw) (inf.) vrouwenborsten. Syn.: tieten*. • Zij gelijkt naar onze Lieve Vrouw van Lorette: Zonder buik of zonder tetten. (P.J. Harrebomée: Spreekwoordenboek der nederlandsche taal. 1858) • Hij grimlachte om deze woorden en Sempronie om de hals vallende, vroeg hij haar verlof haar tetten te kussen. (Leonard de Vries: Liefde...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
tetten - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord tet Woordherkomst tet met de uitgang -en
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: