Wat is de betekenis van tetralocularis?

2025-07-27
Verklarend Woordenboek Plantennamen

Dr. C. A. Backer (1936)

tetralocularis

tetraloculáris (-is, -e), - van Gr. tetra (in samenstellingen), vier; Lat. locŭlus (verkleinw. van locus, plaats), vakje, (als bot. term) hokje: 4-hokkig. - Deze samenkoppeling van Gr. en Lat. is niet fraai; beter is quadriloculāris.

Gerelateerde zoekopdrachten