Terugkering
v., 1. (veroud.) het terugkeren (in de bet. 2.); terugkeer; 2. het wederom in het bezit komen van: (rechtst.) recht van terugkering, beding op grond waarvan het geschonkene bij vooroverlijden van de begiftigde naar de schenker terugkeert (art. 1710 B. W.).