Term
(<Fr.), m. (-en), 1. binnen zekere grenzen besloten tijd, tijdperk : de U gestelde term is verstreken; 2. (Zuidn.) tijd dat een dienstverband duurt: de term van die soldaat is haast uit; 3. (wisk.) elk der grootheden welker verhouding in een verhoudingsvorm is uitgedrukt: in de evenredigheid a : b = p : q noemt men a b p q de te...