Wat is de betekenis van teller?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Teller

I. TELLER m. (-s), 1. iem. die telt, inz. iem. wiens taak of beroep het is zekere personen of zaken te tellen : de tellers stonden weliswaar voor een zware taak, doch de telling van het vee is uitstekend geslaagd; 2. toestel ingericht om zekere aantallen te tellen of aan te tekenen : een teller die het aantal omwentelingen optekent...

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

teller

teller - Zelfstandignaamwoord 1. (wiskunde) het getal boven de streep van een breuk 2. (techniek) een apparaat om aantallen te tellen; meter [2] Woordherkomst Afgeleid van tellen met het achtervoegsel -er. Dit is een leenvertaling van de Latijnse benaming numerator. Antoniemen noemer

2025-07-28
Woordenlijst leerling en leerkracht

WizWijs (2017)

teller

De teller is het getal boven de deelstreep in een breuk.

2025-07-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

teller

teller - zelfstandig naamwoord uitspraak: tel-ler 1. iemand die telt of iets dat telt ♢ bij de ingang telde een teller het aantal bezoekers 2. getal boven de deelstreep van een breuk dat het aantal delen aangeeft ...

2025-07-28
Lexicon Energiemarkt

Jean-Paul Pinon (2003)

Teller

Een toestel dat energieverbruik kan meten. De weergave gebeurt op één of meerdere telwerken die mechanisch of elektronisch kunnen zijn. Tellers met meerdere telwerken worden gebruikt voor het afzonderlijk meten van verbruik gedurende verschillende tijdsperioden (bijvoorbeeld dag, nacht, piekuren, winter, zomer, tussenseizoen). met het...

2025-07-28
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

teller

(de, -s) meter voor water, gas, elektriciteit. ‘Tijdens dat manoevre ben ik recht door de gevel dat huis binnengereden.’ In zijn vaart veegde de jongeman niet alleen de gevel onderuit, maar maaide ook de teller van het gas weg. - HN, 25-01-2000.

2025-07-28
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

teller

in de wiskunde: bij een breuk het getal dat boven de breukstreep staat; het geeft dus aan hoeveel delen van het geheel genomen moeten worden, b.v. ⅚; 5 is de teller, geeft dus aan dat er 5 zesde delen genomen moeten worden. Tegenstelling: noemer (hier 6).

2025-07-28
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

teller

Meter om het verbruik van gas, water en elektriciteit te meten: gasmeter, elektriciteitsmeter, watermeter Sam.: tellerkast, meterkast (Indeling: Gelijkvloers: hall, tellerkast, C.V. ruimte/berging, toilet enz., Gent 12/8/1976, p. 2).

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

teller

bankbeampte wat geld ontvang en wissels uitbetaal; boonste gedeelte van breuk.