Wat is de betekenis van telepaat(h)?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Telepaat(h)

m. (...paten), iem. die telepathie beoefent; gedachtenlezer.

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

telepaat(h)

m. telepat(h)en (iem., die de telepathie beoefent; gedachtenlezer of -kenner).

Gerelateerde zoekopdrachten