Wat is de betekenis van Teezen?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Teezen

Teezen - (teesde, heeft getoesd), pluizen (wol enz.); (Zuidn.) (fig.) plagen. TEEZING, v. het teezen.

2025-07-28
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Teezen

Teezen, bw. gel. (ik teesde, heb geteesd), pluizen (wol enz.). *...ZING, v. het teezen.

Gerelateerde zoekopdrachten