Wat is de betekenis van technoloog?

2025-07-21
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Technoloog

(<Hd.), m. (...logen), 1. beoefenaar van de technologie; — iem. met een diploma in dit vak. 2. student in de technologie.

2025-07-21
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

technoloog

technoloog - Zelfstandignaamwoord 1. (beroep) iemand die zich bezighoudt met technologie. Woordherkomst met het voorvoegsel techno- en met het achtervoegsel -loog Verwante begrippen techniek

2025-07-21
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Technoloog

beoefenaar van de technologie

2025-07-21
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

technoloog

technoloog - Zij die technologie bestuderen of darin zijn gespecialiseerd.

2025-07-21
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Technoloog

iemand die de technologie beoefent

2025-07-21
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

technoloog

m. kenner, beoefenaar v., student i. d. technologie.

2025-07-21
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

technoloog

m. technologen (kenner of beoefenaar der, student in de technologie; scheikundig ingenieur).

2025-07-21
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

technoloog

m. beoefenaar van de technologie.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-21
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Technoloog

Een andere naam voor scheikundig ➝ ingenieur.