Wat is de betekenis van technisch?

2025-07-21
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Technisch

(<Hd.), 1. bn., wat een techniek betreft, op het gebied of op het punt van een bepaalde techniek: technische zuiverheid; een technische dienst: technische term, vakterm; technisch ambtenaar, opzichter van de rijkswaterstaat; — inz. de werktuigkunde, de praktijk van het bouwen, construeren en de chemische nijverh...

2025-07-21
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

technisch

technisch - Bijvoeglijk naamwoord 1. op techniek betrekking hebbend Dit vereist een goede technische oplossing. 2. op industriële schaal vervaardigd Dat is technische alcohol die nog gezuiverd moet worden om geschikt te zijn voor analytische doeleinden....

2025-07-21
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

technisch

technisch - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: tech-nies 1. mensen of dingen die met het laten werken van machines en apparaten te maken hebben ♢ door technische moeilijkheden ligt de productie stil 1. technisch zijn ...

2025-07-21
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Technisch

vakkundig; betrekking hebbend op het werktuiglijk gedeelte

2025-07-21
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Technisch

wat de techniek aangaat; volgens de regelen der techniek; vakkundig

2025-07-21
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Technisch

adj., technysk.

2025-07-21
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Technisch

technisch; technischer Ausdruck, vakterm, kunstterm; technisches Zeichnen, technisch tekenen, lijntekenen; Technisches, (ook) technische uiteenzettingen.

2025-07-21
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

technisch

i. d. t e c h n i e k; v. d. kunsttaal; vakkundig; ^e termen, kunstwoorden, vakwoorden v. e. kunst, handwerk, bedrijf enz.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-21
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

technisch

1. bn. (Duits: overeenkomstig de regelen van een kunsthandwerk; de, een techniek betreffende; in de, een techniek): een technisch ambtenaar; de technische leiding; technische termen, vaktermen; technische moeilijkheden, een technisch bureau, technische kennis, vakkennis; een technische hogeschool; zie technicum; 2. bw.: technisch goed; iets is tech...