Wat is de betekenis van taster?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Taster

m. (-s), iets dat of waarmee men tast; soort van passer waarmee men de plaatsen aftekent waar zekere lijnen op hout enz. getrokken moeten worden; — (nat. hist.) ben. voor de gelede voelsprieten van vele insecten.

2025-07-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

taster

taster - Zelfstandignaamwoord 1. iets of iemand die tast 2. (biologie) een zintuiglijk orgaan van insecten, waarmee informatieve signalen uit de omgeving kunnen worden waargenomen De taster van zo'n insect maakt verkenning van de omgeving in het duister mogelijk. 3. (techniek) een instrume...

2025-07-24
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

taster

1. proever [van wijn, thee]; 2. adviseur van een uitgever; 3. proefglaasje; 4. kaasboor.

2025-07-24
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Taster

taster; voelspriet (v. insect); deurknop; krompasser.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

taster

('tastər) m. (-s) 1. Eig. hij die tast. 2. Metn. gelede voelspriet waarmede vele ➝ insekten tasten : de van een ➝ bij.

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Taster

Taster - m. (-s), die aanraakt, betast, bevoelt; — (nat. hist.) gelede voelsprieten van vele insecten; — (bouwk.) diktepasser.

2025-07-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)