Tasche
zak (van kleren); tas, handtasje; halt die Tasche!, hou je snoet!; ordentlich in die Tasche greifen, flink in de bus blazen; einem, auf der Tasche liegen, op iemands zak leven.
Dr. H. W. J. Kroes (1951)
zak (van kleren); tas, handtasje; halt die Tasche!, hou je snoet!; ordentlich in die Tasche greifen, flink in de bus blazen; einem, auf der Tasche liegen, op iemands zak leven.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: