Wat is de betekenis van tas 1?

2025-07-26
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

tas 1

tas 1 zn. 'zak' categorie: etymologie onduidelijk Mnl. tas(s)che, tes(s)che 'buidel, zak die in een kledingstuk is genaaid' in Dien brief stac hi ins jongelinx tasse 'hij stak de brief in de reistas van de jongeman' [1300-25; MNW-R], buerzen ende tasschen, aessacken van siden ende van ledere 'buidels, tas...