Tantefeer
(<Fr. tant a faire), m. (...feren), (gew. in Z.-Ned.) iem. die nergens zijn handen kan afhouden of zich op andere manier met alles bemoeit.
Van Dale Uitgevers (1950)
(<Fr. tant a faire), m. (...feren), (gew. in Z.-Ned.) iem. die nergens zijn handen kan afhouden of zich op andere manier met alles bemoeit.
Marc De Coster (2020-2025)
(17e eeuw) (< Fr. tant a faire) (Maastricht) bemoeial; druktemaker. Vandaar ook: tanteferen: drukte maken. • Leert hier, Cosmophile wereltsche ziel, niet gelijck den Wolf den al-beschick, niet den tantefeer, niet den moey-al spelen: want als ghy u te veel wilt onder-winnen, ghy sult u ghelijck den Wolf met schade, en schande bedroghen vinde...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: