Wat is de betekenis van tangle?

2025-07-22
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

tangle

I. in de war maken, verwikkelen; verwarren; verstrikken; II. in de war raken; III. warhoop; warboel, klit, knoop; wirwar; verwarring; be in a tangle, in de war zijn.