Wat is de betekenis van Tandwortel?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Tandwortel

m. (-s), 1. het gedeelte waarmee een tand in de kaak vastzit: 2. wortelstok van de heemst, zo geheten omdat men hem aan kinderen die tanden krijgen geeft om er op te bijten.

2025-07-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

tandwortel

deel v/d tand wat in die tandkas vassit; bolvormige gedeelte agter die botande.

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

tandwortel

m. tandwortels (dat deel van een tand, dat in de tandkas zit, waarmee een tand in de kaak vastzit).

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Tandwortel

m. (-s), 1. het gedeelte waarmee een tand in de kaak vastzit; 2. ben. voor de wortelstok van de heemst.

2025-07-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)