tandloos
tandloos - Bijvoeglijk naamwoord 1. zonder tanden ♢ Het jonge kind is nog tandloos. ♢ Het oude vrouwtje is tandloos. Woordherkomst afgeleid van tand met het achtervoegsel -loos
Wiktionary (2019)
tandloos - Bijvoeglijk naamwoord 1. zonder tanden ♢ Het jonge kind is nog tandloos. ♢ Het oude vrouwtje is tandloos. Woordherkomst afgeleid van tand met het achtervoegsel -loos
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: